150 jaar orpheus


Om te beginnen willen wij U iets vertellen over de geschiedenis van het koor. Hoewel officieel het jaar van oprichting van Orpheus de cijfers 1866 aangeeft, is uit oude boeken gebleken, dat hier nog een voorgeschiedenis aan vooraf gaat. 

Al in 1863 kwamen een aantal zanglustige Schiedammers bijeen voor het oprichten van een mannenkoor, daartoe geïnspireerd door een welgeslaagde zangmanifestatie ter gelegenheid van de feesten ter viering van de 50-jarige onafhankelijkheid van Nederland. Men wilde komen tot “een blijvende Vereeniging van Schiedamsche Zangliefhebbers, waarin het vele goeds en groots gebundeld worde, dat met bestaande krachten op het gebied van de Mannenzang zoude kunnen worden tot stand gebracht”. 

Dat echter ook toen al het verenigingsleven niet gemakkelijk was, bleek wel uit het feit, dat van de 76 enthousiaste beginners er binnen enkele maanden 44 overbleven, waarvan nog niet de helft op de repetities verscheen. Al spoedig werd dan ook weer besloten tot opheffing, maar toch van het strovuurtje bleef nog een vlammetje flakkeren, en dit kwam weer tot ontbranden toen in het voorjaar van 1866 tòch weer werd besloten tot het oprichten van een “Zanggezelschap”, dat de naam zou dragen: ” Liedertafel Orpheus “ 

 

LIEDERTAFEL ORPHEUS

De repetities zouden plaatsvinden op zaterdagavond (!) in het

Gymnastieklokaal van het voormalig Gymnasium aan de Lange Nieuwstraat (bij Schiedammers beter bekend als “Het Blauwhuis”), en de contributie werd vastgesteld op 10 cent per week. 

Reeds in mei 1867 werd de eerste uitvoering gegeven onder leiding van dirigent W.H. Kühne. Dat Orpheus ook toen niet alleen een culturele, maar ook een sociale functie wilde vervullen, blijkt wel uit het feit, dat de opbrengst van dit concert bestemd was voor de nabestaanden van de verongelukte visserssloep “De Wisselvalligheid”. 

De latere burgemeester van Schiedam, de Heer M.L. Honnerlage Grete (een man, wiens naam in de rijke Orpheus-geschiedenis een bijna legendarische klank zou krijgen), werd op 24 september 1875 tot voorzitter benoemd. Typerend voor die “goede” (?) oude tijd, waarin de Liedertafel Orpheus nog een vooraanstaande plaats bij de gehele Schiedamse bevolking innam, is wel, dat het koor, na het behalen van een tweede prijs tijdens een concours in Amsterdam, door die bevolking en talrijke muziekkorpsen als ware triomfators van het station werd gehaald.

Vooraanstaande dirigenten, zoals C.C.A. de Vliegh, George Rijken en Paul van der Putten, brachten Orpheus in de eerste rangen van het Nederlandse mannenkoorwezen en de geschiedboeken vermelden dan ook vele eerste prijzen, behaald op zangwedstrijden en concoursen. Dubbel feestelijk werd in 1916 het gouden jubileum gevierd, doordat ter gelegenheid daarvan door H.M. Koningin Wilhelmina het predicaat “KONINKLIJK” aan de vereniging werd verleend. Bijzonder vermeldenswaard is zeker ook het in gebruik stellen in het jaar 1927 van een “Orpheus-Schulp”, geplaatst in het nu grotendeels verdwenen Volkspark, waarin die jaren duizenden genoten van vele zomeravondconcerten. Met de intrede in 1929 van de nieuwe dirigent Eduard Flipse werden de platgetreden paden van de z.g. liedertafelstijl snel verlaten en kwamen werken van moderne, veelal Nederlandse, componisten op het programma te staan. Met succes, want het koor floreerde als nimmer tevoren. Zo concerteerde men in juni 1933 in gebouw “Tivoli” te Utrecht op uitnodiging van het 80 jaar bestaande Koninklijk Nederlands Zangers verbond.

Overigens bekleedden de heren W.H. v.d. Toorn en W. Sterk, respectievelijk voorzitter en secretaris van Orpheus, deze zelfde functies in dit Zangers Verbond. Typerend voor de activiteiten, die Orpheus ook op organisatorisch gebied steeds heeft ontplooid, is het feit, dat door de jaren heen diverse Orpheusbestuurders mede een functie vervulden op landelijk en gewestelijk niveau.

Nog twee bijzondere uitnodigingen springen er in de tijd van vóór de tweede wereldoorlog duidelijk uit: in juni 1937 gaf het koor een uitvoering van moderne werken in het Concertgebouw te Amsterdam op uitnodiging van de Manifestatie Nederlandse Toonkunstenaars

(Maneto), en twee jaar later werd Orpheus wederom uitgenodigd, nu om te concerteren tijdens het muziekfeest van de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging te Rotterdam. Er werden werken gezongen van Willem Pijper, Henk Badings, Henri Zagwijn en Eduard Flipse.

 Een veelvuldig optreden voor de radio (KRO, NCRV en AVRO), alleen, en tezamen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, is zeker ook het vermelden waard. Na de moeilijke oorlogsjaren kwam het koor weer tot volle ontplooiing, en het Jubileumboek, uitgegeven in 1946 bij het 80-jarig bestaan, vermeldde dan ook 180 leden en 337 buitengewone leden.

Op 25 augustus 1946 vond een wel bijzondere Orpheusreis plaats. De in Breda wonende erevoorzitter en medeoprichter van Orpheus, de heer Honnerlage Grete, was 100 jaar geworden, en het zeer grote Schiedamse gezelschap wilde zich, vergezeld van het Schiedams Stedelijk Orkest, per trein naar deze stad verplaatsen om de jubilaris te huldigen.

Dat had echter nogal wat voeten in de aarde, daar de verwoeste Moerdijkspoorbrug nauwelijks was hersteld. De Nederlandse Spoorwegen gaven de Schiedammers echter toestemming om als eerste reizigers de betrouwbaarheid van die reparatie te testen! Overal veel belangstelling overal vlaggen, want dit betekende weer een stukje heropbouw van het door oorlogsgeweld geteisterde Nederland.

Met een defilé door de stad Breda en een door Breda’s Mannenkoor georganiseerd concert bereidden de Schiedammers deze “grand old man” een indrukwekkend eerbetoon.

In 1949 nam Eduard Flipse, die op een korte onderbreking na, bijna zestien jaar dirigent was geweest, afscheid van zijn koor en Gijsbert Nieuwland nam de opengevallen plaats in. Tevens dirigent zijnde van de Kapel van de Koninklijke Marine, bracht hij ons koor, samen met die kapel, op vele plaatsen in het land. Op 27 december 1949 overleed in Breda, op de leeftijd van 103 jaar, de legendarische figuur “Honnerlage Grete”, die 35 jaar voorzitter en bijna 84 jaar lid van Orpheus was geweest.

Sindsdien is het een stilzwijgende traditie, dat de eerste burger van Schiedam tevens erevoorzitter van Orpheus wordt.

Het lag in de lijn der verwachtingen, dat de uitvoering van Handel’s oratorium “The Messiah” in de Grote Kerk te Schiedam een jaarlijks weerkerende traditie zou worden, dit mede gezien de overweldigende belangstelling in de jaren 1960 en 1961 (2.000 toehoorders!).

Echter... “Hilversum” i.c. de omroep kreeg Gijsbert Nieuwland steeds meer in haar greep, en zo moest eind 1961 deze musicus wegens te drukke werkzaamheden de dirigeerstok overdragen.

De bekende mannenkoor dirigent Jos Vranken Sr. nam zijn taak over. Dat betekende na zo vele jaren een geheel andere wijze van zingen en studeren: na de stoere mannenzang met orkest nu een dirigent, die voorstander was van een ingehouden à-capella-koorstijl.

Het betekende ook het begin van een serie buitenlandse concertreizen. De eerste vond plaats in mei 1963 met een onvergetelijke reis naar Esslingen in Duitsland. Uit de contacten, daar door Orpheus gelegd, ontstonden later de culturele en sportuitwisselingen tussen een aantal buitenlandse z.g. partnersteden en Schiedam.

Orpheus leerde veel van deze dirigent, maar het zou helaas van korte duur zijn. De ban, waarin het nieuwe medium “televisie” het mensdom in toenemende mate gevangen ging houden, had ook gevolgen voor het verenigingsleven.

Door de vele voetbal-uitzendingen op de woensdagavond moest in 1965 na bijna zeventig jaar de repetitie verplaatst worden naar de dinsdagavond. Het gevolg hiervan was een afscheid van Jos Vranken, die op deze avond verplichtingen elders had.

In de persoon van Chris Verhoog vond Orpheus een dirigent, die voor een continuering van de kwaliteit van het koor zorgdroeg. Verhoog kreeg meteen de moeilijke taak om op korte termijn vier concerten met een aantal eerste uitvoeringen te moeten voorbereiden ter viering van het honderdjarig bestaan in 1966. In dat jaar werd ook de tweede reis naar het buitenland gemaakt, ditmaal naar het Duitse Viernheim. In 1970, 1973 en 1978 volgden nog drie bezoeken aan het buitenland, resp. naar Menden (Duitsland), Londen en Mellrichstadt (Duitsland), met o.a. concerten in de Dom te Keulen.

Was Chris Verhoog een dirigent, die de moderne klanken in de mannenkoorzang niet schuwde (met name zijn composities “Maria Lécina” op tekst van Werumeus Buning, en “Lof der Zotheid” van Erasmus, uitgevoerd in De Doelen te Rotterdam) onder zijn leiding beleefde Orpheus in 1976 ook een romantisch muzikaal hoogtepunt. Toen werd het 110-jarig bestaan op grote en grootse wijze gevierd met een eerste integrale uitvoering in concertvorm in Nederland van de Russische opera “Een leven voor de Tsaar” van Michael

Glinka, waarvan de NOS via de radio gedeelten uitgezonden heeft. Kort daarna maakte men onder de deelnemers aan het congres van het KNZV vele tongen los met ook weer een eerste uitvoering van het zeer moderne, experimentele werk van David Porcelijn: “Rhythm Song”.

Door de benoeming eind 1978 van Chris Verhoog tot directeur van het Conservatorium te Groningen, zag Orpheus zich wederom genoodzaakt een nieuwe artistiek leider te zoeken, welke gevonden werd in de persoon van de jonge, veelbelovende dirigent Richard Ram later opgevolgd door Pim Overduin van 1994-2005, Jos Vranken jr. 2005 -2011, Charles van der Veeke van 2011-2016 en Annelies Prins van 2016  tot heden.

 

Het koor maakte niet alleen succesvolle tournees naar:

·       St. Augustin, Duitsland (1979)

·       Maribor, Joegoslavië (1981)

·       Viernheim, Duitsland (1982)

·       Székesféhervar, Hongarije (1985)

·       Hövel, Duitsland (1987)

·       Malbun, Liechtenstein (1992)

·       Esslingen am Neckar, Duitsland (1996)

·       Neath, Wales (1999)

·       Piotrków, Trybunalski Polen (2002)

·       Toronto, Ottawa, Canada (2006)

 

Maar tevens vond, samen met drie andere Schiedamse koren, in 1984 een indrukwekkende uitvoering van Verdi’s “Requiem” plaats. In 1986 werd het 120 jarig bestaan gevierd met een tweetal concerten, waarvan de eerste plaats vond in de Grote Kerk te Schiedam met o.m. het “Requiem” van Gabriël Fauré, en het tweede in de Margriethal met medewerking van de Marinierskapel der Koninklijke Marine.

De 10e buitenlandse concertreis na de oorlog werd in 1987 gemaakt naar de Duitse stad Hövel. Als onderdeel der activiteiten in het kader van de viering van het 125 jarig bestaan werd in 1989 een lp/cd uitgebracht met o.m. het “Te Deum” van Albert de Klerk, waarbij deze componist speciaal voor Orpheus een orgelpartij schreef Een ander voorkomend werk, het door dirigent Richard Ram gecomponeerde “Sonett an Orpheus”, werd tijdens het in 1991 gehouden Internationaal Koorfestival genomineerd als extra verplicht nummer. Een mannenkoor uit Letland verwierf hiermede een eerste prijs. Op 25 oktober 1991 vond in het Passage Theater te Schiedam het eerste jubileumconcert plaats, met een programma dat uitsluitend gewijd was aan het oeuvre van Kurt Weill. Na een vijfdaagse concertreis in juni 1992, volgde op 11 november van dat jaar de slotmanifestatie in de Schiedamse Margriethal, waar o.m., met medewerking van een aantal Schiedamse koren, de “Carmina Burana” van Carll Orff werd uitgevoerd. Ook voor dirigent Richard Ram brak het uur van afscheid nemen aan en begin 1994 droeg hij de dirigeerstok over aan de Zeeuwse musicus Pim Overduin.

Met Pim Overduin maakte het koor zijn 12e buitenlandse concertreis in het jaar 1996 naar de Duitse partnerstad Esslingen am Neckar, de 13e concertreis in 1999 naar Neath (Wales), partnerstad van Schiedam en de 14e koorreis naar Piotrków, Trybunalski Polen.

De 15e en laatste koorreis was naar Canada met als dirigent Jos Vranken jr.

Na het afscheid van Jos Vranken jr. hebben er onder leiding van Charles van der Veeke diverse concerten plaatsgevonden. Zo was er bijvoorbeeld in 2015 de wereldpremière in Oosterhout en Schiedam van “de Canzoniere” een compositie van Roel van Oosten samen met het Gemengd Zangkoor Oosterheide en Brabant Sinfonia. Ook in 2017 is er een speciaal voor ons door Roel van Oosten op teksten van Ron Elshout gecomponeerd lied ten gehore gebracht. Roel van Oosten schreef de compositie in opdracht van KSM Orpheus in het kader van het 150 jarig jubileum. Ook heeft er een auditie/Masterclass plaats gevonden voor Schiedamse Saxofonisten. Het doel is te komen tot een saxofoonkwartet voor de begeleiding van koor bij deze compositie. Ook namen wij deel aan een door het KNZV georganiseerd zangconcours. Na het winnen van de voorronde bereikte wij de derde plaats tijdens de landelijke finale. Vermeldenswaard is het door Orpheus in 2015 georganiseerde korenfestival. Daar namen in totaal 14 koren aan deel die zongen in 6 locaties in Schiedam. 10 koren namen deel aan het KNZV-concours in de Grote of St. Janskerk. Alle koren hebben op verschillende locaties gezongen in het centrum van Schiedam.  In totaal hebben er 42 concerten plaatsgevonden. Met als afsluiting Bring him Home door alle koorzangers. In totaal namen ± 800 zangers deel aan deze succesvolle dag. 

Vanaf augustus 2016  tot 1 juli 2017 is het 150 jarig jubileum gevierd.  In november was in de Havenkerk, onder dirigentschap van Charles van der Veeke, het eerste jubileum concert. Dit concert was een samenwerking met het Toonkunstkoor Schiedam en de Koos Mark Bigband. Er werden o.a. stukken uit Porgey en Bess uitgevoerd. Op 18 juni 2017 vond het tweede jubileum concert plaats onder leiding van Annelies Prins met de uitvoering van het speciaal voor het jubileum geschreven “Stadsleven en Straatgeheimen. Dit werd begeleid door een saxofoonensemble samengesteld uit de saxofonisten van de lokale harmonie orkesten.

Op 1 juli werd het jubileumjaar afgesloten met een diner dansant aan boord van de ss Rotterdam

In 2018 heeft Orpheus door het jaar heen diverse concerten gegeven. Extra vermeldenswaard is de deelname aan de door het KNZV geïnitieerde korendag in Leerdam. Wij haalden daar met 134 punten de tweede prijs.

Op 5 oktober 2019 was er in het Wennekerpand de vertoning van de eerst gemaakte (stomme) film over de ondergang van de Titanic. Onze bijdrage aan de vertoning bestond uit het zingen van de composities van pianist Tobias Wenting met begeleiding van Tobias (piano) en Nina Zure (viool). De uitvoering van de composities correspondeerde met wat er op het Filmscherm gebeurde.

Na de Corona-periode konden wij in oktober 2022 weer op reis. Op 15 oktober zijn wij met onze partners per bus naar Edam gereden om deel te nemen aan Korendag 2022.

Het was dit keer geen competitie van welk koor het best zong maar wel een leerzame dag. De dag werd afgesloten in Schiedam (bij vd Valk) met een gezamenlijk buffet.

Op 13 november namen wij, op verzoek van het Bordewijk Genootschap,  deel aan een éénmalig herinneringsconcert In De Doelen ter gelegenheid van de 50ste sterfdag van de componiste Johanna Bordewijk-Roepman.